De oorsprong van Ayurveda
Ayurveda is de oudste Indische gezondheidsleer met een holistische benadering van de mens die voortkomt uit zeer oude tradities. Yoga & ayurveda zijn elkaars hulpwetenschappen. Yoga is het spirituele aspect van de ayurveda, ayurveda de therapeutische branche van yoga.
Oorspronkelijk waren het geen onderscheiden disciplines, maar vormden ze samen het tantrische systeem. Tantra is immers een compleet systeem van menselijke ontwikkeling om tot waarachtig bewustzijn te komen. Tantra is een belangrijke vedische traditie en vertegenwoordigt het praktische & dagdagelijkse van deze traditie. Tantra is tegelijk een toegepaste wetenschap en een spiritueel pad.
Als we de wortels van Ayurveda willen onderzoeken, moeten we in de geschiedenis van de Veda’s duiken: “de heilige boeken”. De Veda’s werden ongeveer 5.000 jaar geleden geschreven door Rishi’s (zieners). Het zijn verzamelingen van hymnes en mantra’s, die de wijze beschrijven waarop de mens zich tot de kosmos verhield. De mens voelde zich nog innig verbonden met de kosmos, met de schepping en de Schepper. Dat was ware harmonie. En vanuit deze harmonie werden de Veda’s geschreven. De Upaveda’s worden beschouwd als de bijvoegsels van de Veda’s. De Upaveda’s zijn meer praktisch, ze passen de Vedische kennis op een specifieke manier toe om de Vedische zoektocht naar heelwording en bevrijding aan te vullen. Ook de Upaveda’s zijn geschreven door Rishi’s met het doel de kennis van de Veda’s te vergroten en te versterken.
De vier Upaveda’s beschrijven heilige en traditionele kunsten en wetenschappen:
Ayur-veda (geneeskunst)
Gandharva-veda (muziek en dans)
Dhanur-veda (wetenschap van het boogschieten, kennis over krijgskunde)
Sthapatya-veda (bouwkunde en architectuur)
Het woord Ayurveda is een samenvoeging van 2 woorden uit het Sanskriet:
ayu – wat leven betekent, en veda – die kennis betekent. De letterlijke betekenis is dus ‘levenskennis’ of ‘juist leven’.
Sanskriet
Aanvankelijk vormden de Veda’s dus een mondelinge traditie, overgeleverd van vader op zoon. Pas veel later is men de verzen uit de Veda’s op gaan schrijven, toen, naar men zegt, het geheugen van de mensheid zover achteruit was gegaan dat de kennis verloren dreigde te raken. Er zijn 2 soorten Sanskriet: Vedisch Sanskriet en post-Vedisch of klassiek Sanskriet. Ruwweg was voor de vierde eeuw voor Christus Vedisch Sanskriet op zijn hoogtepunt, daarna werd het vervangen door klassiek Sanskriet. Er wordt dus verondersteld dat de kennis in de Veda’s rechtstreeks van de God Brahma kwam en dat de teksten werden gereciteerd. Destijds stonden deze woorden synoniem voor Goddelijke krachten. Dus de betekenis van de woorden en van de klanken had nog een magische kracht. En zo werd de Goddelijke kennis letterlijk levend. Omdat het van Goddelijke oorsprong is, wordt daarom het Sanskriet de perfecte taal genoemd. Er was een sterk energetische vibratie aan de klanken verbonden. Daarom worden er vaak ook uit het Sanskriet bepaalde klankgroepen of klanken genomen om zich geestelijk verder te ontwikkelen. Deze klankgroepen of klanken worden Mantra’s genoemd.
De Veda’s beschrijven tal van specifieke mantra’s om negatieve tendensen te elimineren. Mantra’s kunnen op verschillende manieren worden toegepast. Ze kunnen in stilte worden herhaald, zonder deze uit te spreken of ze kunnen gereciteerd worden. In het laatste geval worden de teksten in een bepaald ritme uitgesproken. De toepassing van de mantra is afhankelijk van de traditie waaruit deze kennis afkomstig is.